Ooglidcorrectie: na de behandeling
Na een ooglidcorrectie kunnen de behandelde oogleden dik, blauw en gezwollen zijn. Het komt echter bijna nooit voor dat dit zo ernstig is dat u niets meer kunt zien. Er wordt geen verband aangebracht, zodat wassen en douchen mogelijk blijft. We raden u aan om thuis de oogleden de eerste dagen te koelen met natte kompressen of een ijsbril. De pijn en zwelling worden daarmee tegengegaan. Een pijnstiller is dan meestal niet nodig. Na vijf tot zeven dagen worden de hechtingen verwijderd, waarna het litteken eventueel met een zalf of crème kan worden ingesmeerd. Gedurende de eerste week na operatie wordt de patient geadviseerd zwaar werk, sporten, hoesten, persen en bukken te vermijden.
Risico’s en complicaties
Soms komt bij een correctie van de bovenoogleden een meer dan normale bloedlekkage achteraf voor. Dit is meestal niet ernstig, maar het duurt wel langer voordat de oogleden er weer normaal uitzien. Ook kan het voorkomen dat u uw ogen de eerste tijd na de operatie niet geheel kunt openen of sluiten. Om de ogen te behoeden voor uitdrogen krijgt u oogdruppels of zalf die het uitdrogen tegengaan. Het resultaat van een bovenooglidcorrectie is meestal langdurig, maar als de huid en de spier rondom het oog verder verslappen, kan een nieuwe correctie nodig zijn. Ook als de oogleden niet geheel symmetrisch zijn, kan een nieuwe operatie noodzakelijk zijn. Door littekenreactie kan het ooglid wat gaan trekken. Meestal duurt het een aantal weken tot maanden voor dit helemaal over is. Ook kunt u last krijgen van gevoelloosheid van de oogleden of wat vochtophoping rond de ogen. Na verloop van tijd verdwijnen deze klachten vanzelf. In zeldzame gevallen kan een zogenaamde epitheelcyste (een holte met vocht) ontstaan in het litteken. Deze cyste kan chirurgisch worden verwijderd.