Hoe verloopt een behandeling voor het plaatsen van een overkappingsprothese?
Het plaatsen van een overkappingsprothese gaat in meerder fases. Eerst volgt de voorbehandeling, vervolgens het maken van de prothese en tot slot de laatste fase waarin de prothese wordt geplaatst.Voorbehandelingen
Het uitkiezen van de pijlers
Eerst kijkt de tandarts zorgvuldig welke wortels van uw tanden of kiezen hij het beste kan gebruiken als pijlers onder uw overkappingsprothese. Vaak zijn dit de wortels van de hoektanden. Om de kwaliteit van uw wortels goed te kunnen beoordelen, zal uw tandarts röntgenfoto’s maken.
Het trekken van de kiezen
Meestal zal uw tandarts daarna de kiezen trekken die hij niet als pijlers voor de overkappingsprothese gebruikt. Na het trekken moeten de wonden enige tijd gelegenheid krijgen om te genezen. Uw tanden blijven dus voorlopig nog staan. In het begin is het zonder kiezen een beetje behelpen. Maar u zult zien dat het toch wel snel meevalt. Neem contact op met uw tandarts als het niet zo is. Kort na het trekken van uw kiezen zijn de wonden nog niet goed genezen. Dan kunt u het beste zacht voedsel nemen. Daarna kunt u weer proberen te eten wat u gewend was.
De voorbehandeling van de pijlers
De tanden of kiezen waarvan de wortels als pijlers gaan dienen, krijgen doorgaans een voorbehandeling. Elke wortel heeft binnenin een holte. Uw tandarts reinigt en vult die. Dit voorkomt dat er later ontstekingen aan de wortels ontstaan. Soms is deze behandeling in het verleden al uitgevoerd. Dan hoeft uw tandarts dit niet nog eens te doen.
Het maken van de overkappingsprothese
Afdrukken maken
Een afdruk van uw kaak wordt gemaakt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel. Hierop wordt een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt nóg een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw overkappingsprothese gemaakt.
Contact tussen boven- en onderkaak
Tijdens een volgend bezoek bepaalt de tandarts de stand van uw boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar. Hij bepaalt hoe de tanden en kiezen in de boven- en onderkaak contact met elkaar moeten gaan maken, zodat u goed met uw overkappingsprothese kunt kauwen.
Kleur, stand en vorm van de kunsttanden
Bent u tevreden over de kleur, de vorm en de stand van uw eigen tanden? Of misschien juist niet? Informeer uw tandarts hierover vóórdat de overkappingsprothese wordt gemaakt. Uw tandarts kan u hierin advies geven. Hij zal proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden.
Plaatsen
Vóórdat de tandarts uw kunstgebit in uw mond kan plaatsen, moet hij nog twee dingen doen. Eerst slijpt hij de tanden en kiezen, die als pijlers voor de overkappingsprothese gaan fungeren, tot net boven het tandvlees af. Alleen de wortel van zo’n tand of kies blijft dus over. Het voorbehandelde kanaal sluit hij af met een vulling. Dan trekt uw tandarts de overige tanden die in uw mond zijn blijven staan. Direct daarop aansluitend plaatst hij de overkappingsprothese. U hoeft dus niet bang te zijn dat u enige tijd zonder tanden zult rondlopen.